In Blue Sisters volg je drie zussen die na de onverwachte dood van hun een-na-jongste zus Nicky terugkeren naar het ouderlijk huis in New York. Avery, Bonnie en Lucky, elk met hun eigen demonen en levensstijl, zijn niet zomaar zussen. Ze zijn de onvermijdelijke echo van elkaar’s fouten, de weerspiegelingen van een familie die zichzelf heeft verloren in de schaduwen van onverwerkte pijn. Zonder Nicky, de onzichtbare lijm die hen ooit samenhield, moeten de zussen zich opnieuw uitvinden, zoekend naar een nieuwe manier om elkaar te begrijpen in een wereld die niet meer hetzelfde is.
Coco Mellors laat met dit boek zien hoe familie zowel een toevluchtsoord als een gevangenis kan zijn. Het is een verhaal dat zich in je kunt nestelen, dat blijft hangen, niet omdat het een antwoord biedt, maar omdat het de ongemakkelijke waarheid van onze eigen relaties blootlegt. Haar zinnen zijn intens — ze fluisteren, roepen, en trekken je in een wereld waar liefde zowel een zegen als een last is. Je voelt de spanning tussen het verlangen naar verbinding en de angst om werkelijk gezien te worden.